RUPERT WATES - ELEGIES

Artiest info
Website
facebook
Label: Bite Music

Ik heb er geen idee van, of en in welke mate Rupert Wates hier in onze contreien al dan niet enige bekendheid geniet, maar wat mij betreft, zou dat best mogen. De man -hij is van Londense komaf, maar verkaste in 2007 naar New York- is immers één van die zeldzaam geworden voltijdse songschrijvers en zijn talent valt bij nogal wat mensen in de smaak, getuige de talloze prijzen en onderscheidingen, die hij in de loop der jaren bijeen wist te schrijven, weliswaar veelal in de relatief kleine niche der hedendaagse folkmuzikanten, maar toch: zo’n finaleplaats in Amerikaanse songwriting contests, dat betekent toch wel iets.

Voor zijn twaalfde plaat, hield Wates de dingen heel simpel: een stem, één gitaar, één begeleider, één dag studio en elf recente zelfgeschreven songs. Die staan dus allemaal onder de noemer “Elegies” -een eerdere plaat heette “Lamentations” en je zou dus kunnen denken dat Wates een huilebalk is, die de hele tijd droevig loopt te wezen, maar dat klopt allerminst. Wel is hij, zo blijkt, een ernstig ingestelde mens, die al eens durft na te denken over de gebeurtenissen die een mensenleven (ont)kleuren en die durft stil te staan bij de haast onophoudelijke stroom van verlies waar we met z’n allen doorheen moeten, of we dat nu willen of niet.

Zelf geeft Wates aan dat de elf nummers in essentie allemaal liefdesliedjes zijn, maar dan wel met “verlies” als gemeenschappelijke noemer. We verliezen onze jeugd, we moeten al eens een plaats of een huis verlaten, waar we het zeer naar onze zin hadden, we zijn haast gedwongen te leven van herinneringen, maar dan wel aan dingen, die vanzelfsprekend voorbij zijn, we verliezen geliefden, maar het gevoel van graag gezien te zijn of te hebben blijft wel bestaan. De mens is erg onderlegd in het toedekken van al dat verlies, maar iemand als Rupert Wates maakt daar dus liedjes over en die zijn niet zelden geïnspireerd door meestal romantici uit de literatuur. Ik zei het al: Wates is een ernstig man en dat soort mensen durft al eens een boek ter hand te nemen.

Zo komt het dat je op deze plaat nummers vindt, waarvan Wates zelf zegt dat ze losjesweg gebaseerd zijn op werk van bijvoorbeeld Sir Thomas Malory ( “Guinevere” is gebaseerd op “La Morte d’Arthur”, inclusief taalfout, uit de late vijftiende eeuw), “The Storm” verwijst naar zowel Edgar allen Poe als naar Samuel Taylor Coleridge; voor “Lady of the Glades” was John Keats een inspiratiebron en in “Across the Water” komen flinke verwijzingen voor naar Alfred Tennyson’s “The Lady of Shalott”: de lady in kwestie zit opgesloten in een toren en weet niet precies wat er haar boven het hoofd hangt, zodat ze niet durft te leven zoals ze echt zou willen. De condition humaine, als het ware.

Klinkt allemaal misschien een beetje zwaar op de hand, maar doordat Wates een meer dan uitstekende gitarist is -denk aan John Martyn of Bert Jansch- en doordat zijn stem, een kruising tussen Richard Thompson en Nick Drake- heel bijzonder is en je dwingt om te luisteren, wordt deze korte plaat -nauwelijks 33 minuten- er eentje waar je doorheen bent voor je ’t goed en wel beseft. Dat zijn van die dingen, die je niet al te vaak meemaakt en ik betrapte mezelf erop, dat ik deze tot vijf maal in één namiddag over me heen liet komen, zonder het gevoel te hebben dat ik er nu wel genoeg van had. Da’s uitzonderlijk en dus kan ik deze plaat alleen maar aanbevelen aan mensen van een zekere leeftijd, met enkele levensjaren op de teller en in het bezit van het vermogen om hun eigen leven even van naderbij te bekijken. Fraai, bijzonder fraai !

(Dani Heyvaert)